Mozes                                                                                                pagina 19

Baal: eros en ethos


Na de opstand van Korach en de profetieën van Bileam legerde het volk zich in de vlakten van Moab, in voegagrarisch gebied. Israël komt dan oog in oog met de bij landbouw horende vruchtbaarheidsriten, de orgiastische dienst aan de Baaliem en Baalot. Deze moeten niet als seksuele excessen worden gezien (hoewel natuurlijk wel puttend uit libidineuze bronnen), maar als bezwerende imitaties van wat men de Goden afsmeekt te geven, vruchtbaarheid.
De Moabitische meisjes kregen de Israelieten mee in deze rituelen.

Buber verzacht met zijn kenschets van deze praktijken het hard oordelende "hoereren" en "ontucht", maar ziet als het ware door de ogen van Mozes heen de essentie van het conflict: de menselijke geslachtelijkheid wordt in de Baaldiensten aan een goddelijke gebonden; de eenheid van God is essentieel niet te twee-delen naar een geslachtelijke tweeheid, zij staat boven de seksualiteit.
Mede is het verbod van afbeelding in mens of dier gegrond in de overweging dat deze - al is het symbolische - afbeelding (b.v. als stier) God in de geslachtelijke sfeer zou trekken. Buber stelt dat zekere antropomorfe metaforen als die van de vaderschapsverhouding van de Eeuwige tot het volk toch doorzicht blijft geven op de fundamentele divine eenheid.
Toch kunnen we dit betwijfelen en krijgen we de indruk, dat het mannelijk aspect de godsbeleving sterk kleurt en dat de God van Mozes door hem heen naar de volksbeleving vooral de gestalte krijgt van de grondlegger van een ethisch bestel, inderdaad onmisbaar om het volk samen te smeden - zoals Buber ook steeds beklemtoont - , schepper van een ethos en niet zozeer de bron van een eros.

Hier wordt een steeds terugkerend spanningveld diepgaand aangeraakt, terugkerend niet alleen in de Israelische geschiedenis en religie, ook in de wijde wereld van andere godsdiensten en culturen: het spanningsveld tussen ethos en eros, het mannelijke principe en het vrouwelijke principe.
Waar enerzijds in de tora de eenheid en ongeslachtelijkheid van JHWH principieel wordt vooropgesteld ontkomt men toch niet aan de indruk dat er toch sprake is van sterke associaties met het mannelijke principe, de Koning voorop.

Zijsprong: in een interessant en provocerend artikel (Tikkun, maart/april 2003) gaat Mordechai Gafni in op deze aspecten van "het Erotische" en "het Ethische".
Hij doet dat mede aan de hand van een van R. Isaac Luria afkomstig paradigma, waarin het mannelijke een lijn is ("kav") en het vrouwelijke een cirkel ("iggul").
De mens heeft een diepe behoefte aan en ontkomt niet aan het erkennen en eren van ook het vrouwelijke principe.
Hij draagt aanwijzingen aan, dat vrouwelijke diviniteiten een geaccepteerde centrale rol speelden, ook in het oude Israel, b.v. in de vorm van de godin Ashera, en ook later in concepten als de "Sjechina" en de sefira "Malchoet".
Een paar saillante citaten:

There is evidence that the worship of Ashera extended even into the Holy of Holies. Pattaï supports our intuition that the two cherubs intertwined in sexual union in the Holy of Holies are an evolved expression of the Hebrew- pagan marriage between the biblical Yahweh and pagan Ashera. That is to say, the spirit of biblical text, which rejected some of the essential dimensions of paganism, nevertheless accepted the core feminine erotic principle that powered paganism and recognized the essential need to integrate it with the masculine principle.
So Ashera was transmuted into the female cherub in erotic union with the male cherub. While the prophets rejected the Ashera they embraced the cherubs. Indeed, biblical prophecy taught that the space between the sexually entwined cherubs was the source of prophecy


What the prophet and the pagan respectively incamate, however, is made manifest when the erotic and the ethical clash. An oft-quoted line from Jung, modem heir to the pagan myth tradition, is the best summation I have ever heard of the pagan position: "I'd rather be whole than good." For the pagan, the alienation from divinity is so palpable and painfu1 that it must be overcome at all costs, even if ethics are the price. This is where the balanced scales start precariously to slip.

The answer is - everything. In the short run we can train people through behaviourist ritual, social engineering, and a good deal of guilt to behave ethically. However, in the final! analysis, non-erotic ethics will always collapse under the
weight of contracts and contacts it cannot fulfill. (.....)
In the end all ethical failure is a violation of eros - your own or someone else's. Ethics without eros cannot hold. Ethics which are not rooted in eros ultimately fal. ….apart. We yearn for eros.
By exiling God from nature and secularizing the sexual, we condemn ourselves to emptiness and vacuity. Ethical collapse always occurs when we are over- whelmed by our emptiness. The failure of ethics is always rooted in a failure of eros. When we ta!k only about a God giving rules that run counter to our nature, the rules cannot hold. The eros of our nature will always overrun them.
But if we come to understand that ethics is an erotic expression of our deeper divinity, we are truly moved to the ethical. For at that point we realize that the ethical is an expression of our deepest selves, a response to the call of our own voice. Ethics, to be compelling and powerful, must be an expression of our erotic divine nature and not a contradiction to it.
So when the prophets insist that God and the God within us is beyond nature, and can therefore act ethically against nature, they are referring only to our first nature, not to our deeper second nature. Our deeper nature is God.
At the same time that ethics cannot live without eros, eros cannot live without ethics. The erotic dies without the ethical.
The circle cannot survive without the line.

Ik denk dat Gafni's oproep zeker gelding heeft.
Daarnaast is toch onontkoombaar - en Gafni zal het daarmee toch eens zijn - dat God als ultieme essentie het mannelijke en vrouwelijke omvattend dit overstijgt; het mannelijke en vrouwelijke verwijzen naar de ondeelbare bron, waaruit ze afkomstig zijn. In die zin zijn cirkel en de haar doorborende lijn getekend op het eindeloze wit, dat hen draagt.

Hoe bitter de strijd na de ontdekking van de deelneming van de afvallige Israelieten aan de Moabitische Baalsdienst was wordt verteld in de represailles, die een aanvang namen na de eerste executie van een overtredend stel door Pinehas. Buber gaat hier niet verder op in, maar kennelijk werd hierdoor een epidemie onder het volk tot staan gebracht. Daarna werd er een veldtocht tegen de Midianieten gehouden die het land Moab bewoonden. Alle volwassenen werden omgebracht en alleen de Midianitische meisjes die geen geslachtelijke omgang hadden gehad mochten overleven; blijkbaar werden ze in het volk Israel opgenomen!

De bitterheid van deze represailles is toch wel een indicatie naar hoe diep en pijnlijk de kloof was (en ook nog vaak is) naar een volmondige en volwassen integratie van eros en erotiek in een godsdienst, die daarbovenuit toch de essentiële bovenseksuele eenheid van een universeel goddelijk principe beleeft en belijdt.

volgende



terug naar boven volgende home