website for the descendants of the Dutch Cassuto's
familiedocumenten/family documents p.3a
family main page| name page | documents | pedigrees | photo galleries | sitemap |

written landmarks
On this page you will find the content of all kinds of family documents or excerpts or summaries of them; some in original form, some abridged or edited for readability.

page 3a.
first letter Puck Cassuto + Albert v. Zuiden after Pacific war

page 1. letter Max Oct. 28 1945
page 1a. letter Max Nov. 19/20 1945
page 1b. letters Max December 1945
page 2. letter Ies and Lien Cassuto 1945
page 3. report Puck Cassuto about Pacific war, part 1
page 3b. report Puck Cassuto about Pacific war, part 2
page 3a.first letter Puck Cassuto + Albert v. Zuiden after Pacific war
page 4. George Cassuto Izn.: his memories of WW II; until hiding

page 4a. George Cassuto Izn.: his memories of WW II, first time in hiding
page 4b. George Cassuto Izn.: his memories of WW II, 1943 and 1944
page 4c. George Cassuto Izn.: his memories of WW II, liberation and aftermath
page 4d. George Cassuto Izn.: his memories of WW II, impact on later life

page 5. Hetty Winkel
page 6. Kamp Moentilan
page 7. 1941: Ies Cassuto in het Oranjehotel

first letter Puck Cassuto + Albert v. Zuiden after Pacific war


Below the first letter of Puck Cassuto after the ending of the Pacific war
to her father Albert van Zuiden. Puck stayed at the time with her mother Betsy van Zuiden and son Robbie in the Banju Biru (="blue water") camp in the middle of the isle of Java.
Albert van Zuiden wrote one of the first letters from Tjimahi, the camp where he was an internee, near Bandung in the west of Java.
Both letters, written in September 1945, are endeavours to make contact and to say: we are alive, don't worry!

 

 

 

 

 

Albert van Zuiden

letter Puck (she then was really desperate for getting out of their miserable predicament)

Banjoe-Biroe, kamp 10, 18-9, 05

Lieve Paps,

Wat waren we blij met je eerste levensteken. Hoe is 't met jou? En met je pootje?
Met ons alles goed. Wij schreven al 2x een uitvoerige brief via Rode Kruis.
Maar ik wist geen juist adres van je. Je schreef niet in welk kamp in Tjimahi.
Paps om naar Bandoeng te komen is niet zo eenvoudig. Geld is er niet veel en een onderdak? Is dat er? En geld voor levensonderhoud? Kreeg jij al ondersteuning? Wij niets! Wat een handicap ook dat we zo ver van huis zijn. Hoorde je al wat van Lakkie*. Heeft hij nog wat gered? Wij hebben elk alleen maar 1 koffertje van 20 kg. En ontmoette je Amat** al? We missen hem echt, Paps, wat moeten we nu doen? Kunnen we 't risico nemen om 't kamp te verlaten? Ik denk 't wel niet. Ik zit echt te springen om nader bericht van je. Ik denk, dat we maar eerst moeten wachten. Wat jammer dat we dit alles niet mondeling kunnen bespreken. Schrijf gauw uitvoerig via R. Kruis.
Van Max nog geen bericht. Men zegt, dat de krijgsgevangenen uit Thailand half October verwacht worden. Misschien zijn we dan met Mams verjaardag weer allemaal bij elkaar.
Dag Paps, houd je taai. Een flinke pakkerd van je Puckje.

Lieve Papsje,

Wat dolgelukkig waren we met je levensteken, hopelijk kunnen wij elkaar nu erg gauw ontmoeten! Puckje schreef alles al erg uitvoerig dus hoop ik alleen maar dat je goed gezond bent. Wij allen O.K. Veel, dikke kussen van je nog steeds liefste Babs***.

* Lakkie, short for Lakatua, Ambonese family devoted to Fam. van Zuiden, the man served in the Dutch colonial army under officer Albert
**Amat, devoted servant to the family before the war
***Babs, nickname of Betsy, who when she wrote these lines was sick to death

letter Albert

Tjimahi, 14-9-'45

Lieve Babs, Puck en Robbedoes,

Gisteravond half elf terwijl ik al in mijn kooitje lag, werd ik eindelijk verlost uit mijn ongerustheid omtrent jullie door de aankomst van je briefjes gedateerd 10/8 (vermoedelijk vergissing moet zijn 10/9).

Goddank weet ik nu dat jullie allen nu ook de dans ontsprongen zijn en hoop ik, dat we elkaar zoo spoedig mogelijk weer zullen ontmoeten en bij elkaar kunnen blijven.
Van Max weliswaar den laatsten tijd geen berichten, maar dat zegt niets hoor Puckemans, moed houden. Ik heb wel hoop dat ook hij gespaard is gebleven.

Zooals ik las is jullie gezondheid en weerstand nu niet zo bijzonder goed na alles wat jullie al doorgemaakt hebben zal het nu met betere verzorging en voeding wel steeds beter gaan. Toch zou ik het ogenblik van bij elkander komen zooveel mogelijk willen bespoedigen en zoo mogelijk niet wachten tot de algeheele bezetting heeft plaats gehad, want dat zal nog wel eenigen tijd op zich laten wachten.

De moeilijkheid is dat ik en vermoedelijk ook jullie totaal geen geld of inkomsten hebben om ervan te leven buiten een kamp. En het leven buiten is razend duur en zal nog wel duurder worden. Daarom lijkt mij de eenige oplossing dat jullie probeeren het te sturen in de richting van gezinsinterneering liefst te Bandoeng of anders te Magelang. Daar wordt vanzelf in ons levensonderhoud voorzien.

Ik vermoed echter sterk dat jullie alle drie thans te zwak zijn om de vermoeienis van een dergelijke lange reis naar hier te doorstaan. (Ik zeg daar juist hier omdat ik op het oogenblik bij mijn vrienden de fam. Van Ooijens in huis te Bandoeng zit te schrijven aan een heusche schrijftafel en in een nog keurig gemeubileerd huis; ik ben n.l. één dag uit het kamp te Tjimahi weggegaan, keer echter straks terug.
De fam. v. Ooijens heeft reeds aangeboden dat ik hier zou blijven logeren, maar dat kan ik voorloopig niet aannemen. Misschien dat jullie later als je hierheen komt bij hen hier kunt worden opgenomen. Zij zijn een schattigen familie, zeer behulpzaam en gastvrij en hen heb ik leeren kennen tijdens de interneering als een coeur d'or. Maar om hen niet op kosten te jagen, die toch reeds ontzettend hoog zijn, lijkt mij gezinsinterneering beter.

Schrijf mij zoo spoedig mogelijk jullie meening hierover en de kansen van verwezenlijking. Ik zal van mijn kant ook probeeren in die richting te werken en zal trachten het Rooden Kruis ervoor te spannen.
Een week geleden is juffr. Florijn uit Magelang met haar vader van hier daarheen teruggekeerd, en heeft een briefje voor mij medegenomen. Heb jullie dat nog niet ontvangen en is zij nog niet bij jullie geweest. Ze had beloofd dat zoo mogelijk te zullen doen en jullie te zullen helpen als je hulp noodig had. Zij woont met haar fam. te Magelang, Bajeman 7, is zeer handig en energiek en weet als regel haar doel wel te bereiken.
Tracht dus met haar in contact te komen en vraag om raad en hulp voor verwezenlijking van jullie plannen. Houd mij zoo veel mogelijk op de hoogte per briefje zoo noodig telegram. (Adres Kamp IV, Tjimahi, 2031899).

Ik hoop dat jullie bij ontvangst van dezen al weer heel wat opgeknapt bent. Verzwijg s.v.p. niets voor mij wat gezondheid etc. betreft. Hoe staat het met de financiën. Hebben jullie nog iets om te kunnen verkoopen om de noodige bijvoeding te krijgen, vooral ook voor Robbedoes. Zeg hem dat hij gauw moet aansterken en ik erg naar hem verlang. Natuurlijk niet minder naar jullie maar gelukkig zal het wel niet zoo lang meer duren voordat we weer bij elkaar kunnen zijn. Ik omhels jullie allen innig in gedachten vele zoenen voor mams, Puck en Robby van Vadertje

Ik vergat bijna te schrijven, dat ik goed ben: voor zoover bewijs noodig, ik heb van morgen geloopen vanaf Passar Baroe te Bandoeng naar de fam. v.. Ooijens hier in de Nicolaas Maasstraat 11. Zoonoodig kan ik de reis naar Magelang wel maken. Paps.


Later he travelled to the Banju Biru camp and unexpectedly arrived there and fetched Puck and Robby and his very ill wife Betsy up and they travelled by train - a journey not without risk in the turbulent aftermath of rebellion and plunder - to Bandung. See the report Puck wrote later, on other document page.

to
page 3b. report Puck Cassuto about Pacific war, part 2

back to family main page   to home
page Rob Cassuto