home logoESSAYS

Religie, jodendom en de nieuwe tijd



Religie, jodendom en de nieuwe tijd

Als inleiding op ons thema wat religies inclusief jodendom in de toekomst kunnen betekenen spring ik eerst naar het verleden en nodig u uit met mij in snelle vogelvlucht van eeuwen her naar nu te reizen.
Want de vraag werpt zich op: zit er in de Godsdiensten zelf en in de beleving ervan in de menselijke ziel en geest een ontwikkeling, is er een evolutie te vinden, een progressie? Een ingewikkelde, stoutmoedige en misschien overmoedige vraag voor een wetenschappelijke amateur als ik, maar ik moet hem in dit verband toch stellen. Ik wil dan pijlsnel een onvermijdelijk zeer generaliserende antropologische tocht maken.

tot de Verlichting
Aan het begin zien we dan de archaïsche en magische wereldbeleving van de stam en dan is het latere onderzoekrs opgevallen, hoe in het millennium vóór het begin van de westerse jaartelling enorme veranderingen zich voltrokken in het religieus bewustzijn. Het wordt wel het axiale tijdperk genoemd. Er ontstond een nieuwe visie op de mens en zijn plaats in de kosmos. De mensheid of althans zijn voorhoede trad uit de donkerte van archaïsche totems en taboes en mythologische wereldbeleving met zijn goden en helden. De lichtkring van bewustzijn verbreedde zich.
Er kwam een inzicht op dat de mens de opdracht had zich het leven te ontplooien. In verschillende vormen werd een ethische opdracht geformuleerd. Een besef van de transcendente aanwezigheid van een Absolute achter alles. Boeddha verkondigde zijn visie op wereld, leven, lijden en verlichting. Bij het Joodse volk was Mozes de doorgever van revolutionaire voorschriften aan zijn volk over hoe met elkaar en met zijn bestemming om een voorbeeld voor andere volken te zijn. De Tien Geboden en andere belangrijke ethische uitgangspunten werden onder woorden gebracht.
Oude archaïsche beelden en de mythische wereldbeschouwing van het volk, rijk aan beelden, vol godenverhalen verdwenen niet. Maar aan hen werd een nieuwe rijke inhoud te geven, ze werden getranscendeerd. Veel daarvan is nog in de Joodse Tora, de eerste vijf boeken van de bijbel terug te vinden. Dat was alles bij elkaar een enorme vooruitgang.

De bestaande wereldgodsdiensten begonnen hun opmars, inclusief de latere loten van christendom en islam.
Wel zien we de neiging om de spirituele doorbraken van ooit, die in het begin geleefde waarheden waren, in te kapselen in dogma’s en machtsstructuren. Eerbiedwaardige en machtige instituten als de kerk werden beheerders van absolute waarheden. Ook worden deze dan beleden in de sociaal begrensde kring van de eigen gelovigen, waarbuiten geen waarheid kon bestaan. De staat was vooral het terrein waarop religie zijn invloed uitoefende.
Om reden van de nodige beknoptheid laat ik de Helleense invloed even terzijde.

de moderniteit
We passeren heel snel een aantal stations op deze lange mars door de eeuwen en komen via de renaissance en de wetenschappelijke omwentelingen in de 17e eeuw bij de Verlichting. Deze beweging, gekenmerkt door een vernieuwde en scherpere toepassing van de rede op de feiten van de wereld (met name door experimentele toetsing) deed de oude gebouwen van het dogmatiek en kerkelijke autoriteit wankelen. De wereld werd kleiner en de analyserende blik van de mens reikten naar onvermoede verten. Ook God moest eraan geloven.
Ik beschouw de fase van de Verlichting als een fase in de evolutie van het religieus bewustzijn en beleven van de mens en ik zie de gave tot objectief onderzoek van feiten met behulp van rede en experiment als een ongekende expansie van het bewustzijn van de mens en een enorme verruiming van zijn mogelijkheden, ook om de oude absolute dogma’s en benauwende claims van de religieuze instituten van de religie te overstijgen. Het is een progressie in de ontwikkeling van het menselijk bewustzijn met een onpeilbaar grote invloed ook op levensbeschouwing en religie. De moderniteit was aangebroken. Met alle voordelen en de prijs die de mensen ervoor betalen.
De mogelijk van secularisatie werd door brede massa’s aangegrepen. Voor de joden betekende de verlichting emancipatie uit het getto. Het gaf de mogelijkheid de overgeleverde tradities in een nieuw en ruimer licht te zien. Sommigen stapten helemaal van hun geloof af en kozen voor assimilatie.
Omdat de mensen toch niet zonder perspectief kunnen en opgenomen willen zijn in een enthousiasmerend perspectief dat hun eigen leven ontstijgt ontstonden in de moderniteit pseudo-religieuze bewegingen, die een enorme impact op de wereld zouden hebben. Nationalisme, het materialistische marxisme of het kapitalistisch-liberale vooruitgangsgeloof. Onder de seculiere profeten die opstonden konden we trouwens nogal wat Joden ontwaren zoals Karl Marx met zijn socialistisch-messiaanse theorieën en Sigmund Freud, die als een moderne Mozes door de wildernis van het innerlijk trok.


wat nu
We zijn inmiddels aangeland in de postmoderne periode . De net genoemde surrogaatgeloven zijn van hun voetstuk zijn gevallen en hebben hun magnetische impact op geest en ziel hebben verloren. Wat er overgebleven is aan kerk of geloofsinstituut probeert krampachtig nog een bestaansrecht te claimen. De barsten in het seculiere vooruitgangsgeloof zijn maar al te zichtbaar en voelbaar.
Het rationele tijdperk heeft zoals elke fase zijn vervorming; het is de absolutistische en uitsluitende pretentie, die het als het ware heeft overgenomen van de oude religieuze instituten, maar nu om het niet manifeste, het innerlijk, het spirituele en God te ontkennen. Alleen wat gemeten en bewezen kan worden is waar. De ratio is geen instrument meer maar absoluut heerser en zijn neef ‘ het objectief aantoonbaar nut’ zijn vazal. Met de enorme technologische ontwikkelingen lijkt de triomf compleet.
Wij staan in deze nieuwe eeuw in al onze ontnuchtering voor de vraag, wat nu?

Wat langzaam tot velen doordringt is hoe de wereld is veranderd. Communicatie reikt tot de verte uithoeken en is razend goedkoop. De media brengen de wereld bij de zitbank thuis. Reizen is gedemocratiseerd. De productie is geoutsourced. De digitale informatierevolutie woedt in al zijn overstelpende dynamiek. Welvaart is in het westen alom. Maar tegenstellingen verscherpen zich. De kloof tussen arm en rijk wordt alarmerend groter. De armoede in vele delen van de wereld komt iedere dag in onze huiskamer. Aanstormende economieën eisen hun gigantisch deel in welvaart. Hulpbronnen worden zwaar belast en raken op. De planeet blijkt een subtiel en kwetsbaar systemisch geheel. De aarde is het grote schip van ons allen, dat met ons door de eindeloze ruimte vaart. Spasmen voor de grote ramp of barensweeën van een nieuwe tijd? We hebben een nieuwe visie nodig en we hebben ook iets onmetelijks verloren.

We kunnen natuurlijk onze ogen sluiten en gewoon lekker leven. Een joodse witz brengt dat aardig in beeld: Rabbijn Goldberg stormt zijn huis in en roept:
Rivka, Rivka, ik heb net doorgekregen, over twee weken komt de masjieach!
Rivka: Oj gewalt, waarom net nu, we hebben net ons nieuwe huis afbetaald, nieuw bankstel gekocht en een moderne keuken laten installeren...
Rabbijn: Ach Rivka, je moet denken, we hebben Farao overleefd, Haman, Bergen Belsen, de Masjieach overleven we ook wel...

Maar Rivka kan de problemen niet voortdurend ontkennen.
Wat nu? Hebben de religies ons nog iets te bieden.
Ik las in de krant Trouw, dat een kwart van de Nederlanders ’ongebonden spiritueel’ is, zo stellen Martijn Lampert van bureau Motivaction en Gerrit Kronjee van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid vast. De gangbare theorie dat spirituele mensen vooral oude hippies zijn –de flowerpower- adepten van weleer– en dat ze vanzelf wel uitsterven, klopt volgens hen niet. „Ons onderzoek laat zien dat spirituele mensen ook onder jongeren goed vertegenwoordigd zijn. Gemiddeld zijn ze 42 jaar en bovendien zijn het blijvertjes." Uit het onderzoek blijkt eveneens dat de ’ongebonden spirituelen’ (mensen die naar eigen zeggen spiritueel zijn, maar zichzelf tot geen enkele groepering rekenen) niet alleen maar met hun eigen spirituele verrijking bezig zijn. Spirituelen zijn juist betrokken bij milieubescherming, mensenrechten en vluchtelingen, en ze geven gul aan goede doelen.

We kunnen wsch best wel zonder al die oude godsdiensten, zou je kunnen denken. Wat verlies je als je bijvoorbeeld jodendom en christendom zou afschaffen.
Toch wel wat belangrijks. Ik zet het even op een rij voor jodendom - en het geldt mutatis mutandis ook wel voor andere godsdiensten - : ethiek, gemeenschap en geschiedenis. Ik ga dat iets verder uitwerken.

ethische essentie
De essentie van de jodendom is naast het numineuze (en wellicht daarmee verbonden) de ethische richtlijn. In het Boeddhisme is dat bijv. opgenomen in het achtvoudige pad. In het jodendom is dat te vinden in de Tien Geboden – Uitspraken zegt met in het jodendom – en in vele andere voorschriften in de Tora zoals die te vinden zijn in bijv. Leviticus 19, waarvan de bekendste is: ‘Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de Eeuwige’. Deze richtlijnen voor omgang tussen de mensen en met de Schepper, deze geboden van rechtvaardigheid en compassie, zijn een ooit een vrucht van diep inzicht geweest van de joden in oerverbinding met wat hun als God werd geopenbaard. Deze ethische essenties zijn verder opgenomen door Jezus in zijn verkondiging en zo ook een wezensbestanddeel van het christendom geworden. Eigenlijk hebben deze ooit aan de joden gegeven geboden uiteindelijk doorgewerkt in een universeel aanvaard humanisme met name in westerse samenlevingen; dank zij hen is onze maatschappij met een aantal rechtsregels van menselijkheid en omgangsafspraken van fatsoen en respect onderbouwd en mogelijk gemaakt. Het is evident dat het wegvallen van een religieus draagvlak voor deze regels ondermijnend werkt en uitbuiting, decadentie, anomie en anarchie in de hand werkt. Het normen en waarden-debat.

gemeenschap
Religie en dus ook jodendom is gemeenschap. Religie verbindt mensen met elkaar rond het centrum van de primordiale vraag naar hun bestemming. Dit is ook de oplossing voor de existentiële eenzaamheid en het antwoord op de oervraag naar zin, die soms met stille fluisterstem spreekt. Het is de niet op nut of productie of doel gerichte gemeenschap, die mensen wezenlijk zoeken. In het jodendom wordt die gemeenschap uitgewerkt in het Verbond, dat is gesloten tussen God en het volk van Israël, dat concreet wordt beleefd in de synagogale gemeente. Daar worden ook de grote levensmomenten rond geboorte, huwelijk, verlies en dood samen gedeeld.
In het christendom is dat natuurlijk de Kerk en zijn gemeente. Hoe fnuikend en bekrompen en ouderwets deze kerkgemeenten gezien de verhalen van Maarten het Hart en Jan Wolkers (en op het vlak van communisme de Avonden van van het Reve) ook waren en hoe verfrissend de wind ook was die in de zestiger en zeventiger jaren de zuilen aan flarden blies, tegelijk zijn daarmee oude en hechte gemeenschapsbanden weggevallen. Tegenwoordig moet je zelf je netwerken creëren en je clubs van gelijkgestemden zoeken of stichten. Eigen verantwoording wordt gevraagd en dat is weer vooruitgang, maar lang niet iedereen brengt dat op en het wezenlijk gemeenschapsverlangen blijft toch onvervuld. Vereenzaming, versplintering en verbrokkeling van de samenleving zijn het gevolg om nog niet te spreken van de commercialisering van de spiritualiteit door goeroes en in media.

geschiedenis
Religie – en jodendom bij uitstek - is geschiedenis. Religie verbindt de generaties met elkaar in een gemeenschappelijk verhaal en een gedeeld lot. Van vader en moeder op zoon en dochter wordt het familieverhaal, het gedachtegoed en een context om het te begrijpen doorgegeven. Geschiedenis geeft een verleden en plaatst ook het eigen levenslot in het perspectief van een verleden en een toekomst. Daarin heeft het individu deel aan het drama van de wereld- en volksgeschiedenis.
Bij de joden is het evident dat deze geschiedenis een complexe is met vele vragen. De zogenoemde uitverkorenheid is bij vele niet-joden verkeerd begrepen als superioriteit. Het gaat in feite om de opdracht tot een bepaalde bestemming in de reis van mensheid. In de concrete historie is dat gepaard gegaan met de dodelijke erupties van het antisemitisme, uitlopend op de genocide van de Shoa.
De schokgolf daarvan is nog steeds voelbaar. Het antwoord van het jodendom en het christendom en ook de mensheid als geheel op deze catastrofe is nog steeds gaande. Het is een onderdeel van de spirituele crisis van deze tijd en het overkomen ervan heeft te maken met de transformatie van een egotistische of etnocentrische verwerping van de vreemde andere groep naar de motivatie die vreemde ander te leren kennen.
Wanneer men zijn geschiedenis verliest en zich geen deel meer voelt in de geschiedenis in al zijn hoogtepunten, maar ook in zijn tragedies en traumatische uitwerkingen, heeft men ook geen toekomstperspectief meer, dat uitstijgt boven het najagen van de eigen behoeften, belangen en successen.
Onverschilligheid en onbetrokkenheid, zo niet frustratie en verbittering liggen op de loer.

Moeten we dan maar terug naar de oude vertrouwde godsdiensten? Of nieuwe uitvinden, die het ontworteld gemoed even soulaas kunnen bieden? Doe-het-zelven en rondshoppen op de supermarkt van het geluk?
Bied het Jodendom aan de joden en aan de wereld iets van een opening of antwoord?
Ik onderscheid twee soorten antwoorden, die mensen en groepen geven op de spirituele crisis in deze tijd.

regressie
Regressieve reacties. Dat betekent: terug naar een vorige fase. Opsluiting van de eigen groep in het bastion van eigen overtuigingen. Absolutistische verkondiging van de eigen waarheid. Letterlijk nemen van oude mythen en teksten. Etnocentrische benadering. Opvlammend nationalisme. Vijand denken. Op veel plekken in binnen- en buitenland zien we deze regressieve beweging. Sommige delen van godsdiensten zijn nog in deze fase en verschansen zich in extreme en soms zeer agressieve varianten. Ik reken daartoe venijnige versies van het evangelicale nieuw rechts in de VS. De Katholieke kerk van de laatste decennia maakt na een aanvankelijk geavanceerde vooruitgang weer een terugtocht. Het fundamentalisme is een verschijnsel dat vooral bij de Islam de voorpagina’s haalt, maar zeker ook te vinden is in christelijke en joodse kringen. Ook groeperingen in het jodendom kennen sterk het vasthouden aan oude stellingen en soms zeer regressieve groepen roeren zich. *)
In Israël is de verhouding regressief en progressief altijd gespannen en de uitkomst altijd spannend. In Nederland ademen de bewegingen rond Geert Wilders en Rita Verdonk ook een keuze voor regressieve standpunten. Ook in het ophemelen van de Nederlandse identiteit en de storm van kritiek op de genuanceerde uitlating van Maxima zie ik iets daarvan terug.

progressie
Teruggaan naar oude posities is de ene optie, een andere optie is: verder. Kunnen we de moderne en postmoderne impasse doorbreken is dan de vraag, zonder terug te vluchten in voorbije fases maar ook zonder de goede zaken van de rationalistische moderniteit te verliezen? Kan de menselijke geest zijn vorige niveaus transcenderen naar een nieuwe ruimte van bewustzijn? Naar een nieuwe fase die de vorige mythologische fase en de moderne rationele fase voortzet en dan overstijgt? Is een sprong denkbaar naar een Nieuwe Tijd? Hebben de bestaande godsdiensten daar nog een rol in?

Mijn stelling is: ja dat is mogelijk zijn als vier aspecten aan de orde komen:
1. De bestaande godsdiensten zullen in de richting moeten gaan van een pluralisme, dat zich uit in het tolereren en zelfs toejuichen van de veelkleurigheid van de openbaring van het spirituele in het menselijk bewustzijn. Noodzakelijk daarbij is het besef, dat God niet exclusief bezit is en dat zijn liefde zo overvloedig is, dat deze niet in één religie is uitgeput, maar meerdere varianten kan omvatten. Meerdere menselijke antwoorden zijn mogelijk. Je hoeft de geldigheid van het eigen geloof niet af te zwakken maar je kan wel de begrensdheid erkennen van de kring waar het gelding heeft. Men kan dan het inzicht omhelzen, dat de creativiteit van de Schepper dan wel de schepping zo groot is, dat Hij manifestaties kiest in meer dan één godsdienstige waarheid en dat het geen zin heeft om de God of de oerbron (of hoe met Hem, Haar of Het ook noemen wil) te beperken in de keuze van hoe Hij of het zich aan de mens wil onthullen.
Een concreet voorbeeld is de verhouding Christendom - jodendom
2. Binnen de Godsdiensten zelf kan het besef groeien dat in de ontvouwing van de tijd de openbaring van het scheppend principe, de oerbron, God, Spirit hoe je Hem, Het of Haar wil noemen kan groeien in subtiliteit en diepgang en dat de geloofswaarheden zoals die vroeger werden geduid en beleefd zich in een nieuwe fase van de mensheid kunnen ontvouwen in een nieuwer licht, in nieuwe aspecten. Daarbij kunnen de inzichten van de rationele fase op het gebied van fysica, medische wetenschap, seksualiteit etc. worden ingepast en op een hoger plan gebracht.
3. Het inzicht, dat het hoofd niet zonder het hart kan. Meditatie en gebed en beoefening van gewaarheid zijn belangrijke voertuigen. Ze ondersteunen de persoonlijke levensweg. In het hart kunnen ‘hemel’ en ‘aarde’ weer samenkomen.
4. Een kernbesef, dat een Nieuwe Tijd met zich brengt is het besef van eenheid in verscheidenheid. Het uit zich in het gevoelde en geweten besef van de samenhang van alle verschijnselen. De interdependentie van schijnbaar ver uiteenliggende fenomenen. Het inzicht dat wij allen één planeet met elkaar moeten delen. Dat wij haar natuurlijke hulpbronnen goed moeten verdelen en beheren. Dat Gaia één groot systeem is. Dat de schepping een groot wonder is en dat de mens zijn verantwoording daarin heeft. Dat aan ieder mens een waardig bestaan toekomt. **).
Onder andere deze kernwaarden markeren een progressieve religie.

Als religies deze slag maken in progressieve richting naar een ruim en inclusief en mondiaal bewustzijn, dan kunnen zij weer aantrekkelijk worden ook voor de seculieren en al die ongebonden spirituelen, waarvan Trouw melding maakte. Dan kunnen religies hen een spiritueel onderdak bieden, een draagvlak voor een moraal, het onderkomen van een gemeenschap en de inbedding in een geschiedenis.***) Juist omdat religie - in tegenstelling tot de filosofie, die meer beoefend wordt door een elite – betrekking heeft op zoveel mensen en zoveel lagen van de bevolking, boer, arbeider, edelman en burgerman, kan zij een essentiële rol spelen als voertuig naar een nieuwe tijd.

jodendom in de wereld
Dat geld speciaal ook voor het Jodendom.
In alle beperking van dit verhaal waag ik mij eraan om de belangrijkste boodschappen van het jodendom onder enkele woorden te brengen:
1. Er is één Goddelijke scheppend principe, één divine presentie. Herken de vele afgoden.
2. Heb je naaste lief want hij is als jij zelf. Het hoeft geen romantische liefde te zijn, maar bevorder in je handel en wandel zijn of haar welzijn netzo als je het voor jezelf zou doen.
3. Leven is permanent leren. Leer van je voorouders, de geschriften, je collega’s, je leerlingen en beschouw het leven als vol met lessen.
4. Leven is heilig en met het redden van één mensenleven red je een hele wereld.
5. Behandel de schepping met respect en liefde en wees dankbaar voor wat je daaruit toevalt.
6. Ommekeer is altijd mogelijk en wordt met barmhartigheid ontvangen

Een belangrijk begrip in het jodendom is Tikoen Olam, een begrip oorspronkelijk afkomstig uit de kabbalistische mystiek, dat ook ruimere betekenis heeft gekregen in het exoterisch jodendom. De woorden betekenen: reparatie van de wereld. Het gaat uit van het idee dat de schepping een doorgaand proces is, dat de wereld een creatie is die nog niet af is en deze op weg is naar zijn vervolmaking.
De mens is daarbij een onmisbare partner van het scheppend principe, dat u voor mijn part God mag noemen. De mens is een schakel in de ontvouwing van de schepping naar zijn uiteindelijke bestemming die achter de horizon van onze blik ligt. Tikoen Olam als leidend beginsel is het kenmerk van progressief jodendom, of dat nu te vinden is in de orthodoxe kringen, het reform of liberaal jodendom of in de Jewish Renewal beweging. In de praktijk betekent dit concept open staan voor maatschappelijke en mondiale ontwikkelingen en daar een bijdrage aan leveren vanuit het principe van Tikoen Olam.
Het zou op deze plaats te ver voeren in te gaan op de complexe maar belangrijke rol van Israël in de wereld.

jodendom in Nederland
Als we inzoomen op Nederland tellen we 30.000 halachische joden en in ruimere telling 43.000 joden. Dat zijn maar kleine aantallen in vergelijking met de PKN en met de RK kerk. Ook de Moslims met hun miljoen zijn demografisch reusachtig in vergelijking met de joden. Van die 43000 joden zijn maar 9000 lid van een kerkgenootschap. We zien een Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap met ruim 5000 leden, een Portugees Israëlitisch Kerkgenootschap met 500 leden, twee kleinere groeperingen en een Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom met 3200 leden. Zelf ben ik lid van het NVPJ.
En het is dan ook geen wonder, dat ik het bij uitstek de opdracht en de uitdaging voor dit progressief Verbond vind om de seculiere joden en met name de jongeren dat onderdak en die gemeenschap te bieden, waar ik het over had. En tevens om open te staan voor de samenleving en om in dialoog met andere groeperingen de overgang naar een nieuwe tijd van pluralisme en een veelkleurige menswaardige maatschappij te bevorderen, nationaal en mondiaal.

Rob Cassuto, 06-11-07

*) Voormannen van de ultracharedische Neturei Karta gingen op bezoek bij Ahmedinejad en zien in hem een bongenoot tegen de staat Israël.
**) Rabbi Zalman Schachter (Jewish Renewal) zegt: Het proces gaat boven ons uit; momenteel leven we in een tijd dat de aarde – Gaia – in ons en door ons wakker wordt.
***) Toevallig zag ik, dat Trouw (van 3 nov. 2007) in het artikel de betiteling meldt van de spirituelen als ‘mystici zonder mythe’, met een vervoering zonder bedding in een traditie, zonder een heilige schrift.

NB. Het idee van een evolutie van het menselijk (religieus) bewustzijn heb ik overgenomen uit het artikel ‘What is integral spirituality?’ van Ken Wilber, internetpublicatie op www.integralnaked.org. Wilber put zijn ideeën daaromtrent weer van antropologen als Jean Gebser. Die evolutie is overigens niet iets buiten de mens om; de overgang naar een nieuwe fase moet worden bewerkstelligd door menselijke daden, innerlijke en uiterlijke.


Bijlage: een joodse duiding van de spirituele crisis van de mens

Een mooi voorbeeld van het duiden van de existentiële situatie van de mens door een Joodse denker uit de 20ste eeuw is te vinden in het boek “The lonely man of faith” van Rabbi Joseph Soloveitchik (Doubleday, 2006; als artikel gepubliceerd in 1965 in het tijdschrift ‘Tradition’)
Hij baseert zijn gedachtevorming op het scheppingsverhaal in het eerste boek van de bijbel,Genesis (tevens het eerste boek van de vijf boeken, die de joden ‘Tora’ noemen). Het is een goed voorbeeld van moderne Joodse bijbeluitleg, die uit de oude verhalen nieuwe zeer actuele boodschappen opdiept.

twee scheppingen van de mens in Genesis?
Soloveitchik vestigt onze aandacht op een merkwaardig fenomeendat in het begin van de bijbel, in Genesis: de schepping van de mens wordt twee keer gedaan, althans zo lijkt het. Lees maar
Gen. 1: 26: 26 God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’
27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. 28 Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.

En dan in Gen. 2:4 weer een scheppingsverhaal over de mens: In de tijd dat De Eeuwige God, aarde en hemel maakte, 5 groeide er op de aarde nog geen enkele struik en was er geen enkele plant opgeschoten, want De Eeuwige God, had het nog niet laten regenen op de aarde, en er waren geen mensen om het land te bewerken;
6 wel was er water dat uit de aarde opwelde en de aardbodem overal bevloeide. 7 Toen maakte De Eeuwige God, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.’ (…)
18 De Eeuwige God, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past. Toen liet De Eeuwige God, de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep nam hij een van zijn ribben weg; hij vulde die plaats weer met vlees. 22 Uit de rib die hij bij de mens had weggenomen, bouwde De Eeuwige God, een vrouw en hij bracht haar bij de mens. 23 Toen riep de mens uit:
‘Eindelijk een gelijk aan mij,
mijn eigen gebeente,
mijn eigen vlees,
een die zal heten: vrouw,
een uit een man gebouwd.’

De Rabbi zegt: die twee scheppingsverhalen vormen niettemin een eenheid; in de twee versies komen twee fundamenteel verschillende zijnswijzen van de mens tot uiting. G-d heeft als het ware twee zijnswijzen van de mens gewild en gecreëerd. Soloveitchik noemt dit de twee Adams, Adam de eerste en Adam de tweede. Voor het doel van dit verhaal moet ik volstaan met een uiterst beknopte kenschets, waarmee ik de diepzinnigheid en de nuances van ‘The lonely man of faith’ onvermijdelijk onrecht aan moet doen.

Adam de eerste
Adam de eerste is geschapen met een ongeëvenaarde drang om zelf te scheppen en beschikt over onuitputtelijke bronnen daartoe, in de eerste plaats intelligentie, het vermogen de complexe buitenwereld te onderzoeken en te controleren. Hij is daarbij vooral geïnteresseerd in hoe alles werkt.
Hij is nieuwsgierig, extravert, expansief, instrumenteel.
Zijn missie is om te regeren over de buitenwereld en zijn zwijgende, vaak vijandige, omgeving te beheersen. Aldus de wereld onderzoekend en veroverend leert de mens zichzelf kennen in de vrijwel onbegrensd lijkende mogelijkheden van zijn geestelijke en creatieve capaciteiten.
Hierin ligt zijn waardigheid en glorie. In dit bewustzijn kan de psalmist zingen (psalm 8):
“Want U hebt hem maar net minder dan de engelen gemaakt en hem gekroond met eer en glans; U hebt hem heerser gemaakt over de werken van Uw handen en alles aan zijn voeten gelegd”.
Adam de eerste is agressief, stoutmoedig, een winnaar.
Zijn motto is succes, triomferen over de kosmische krachten, vat Soloveitchik nog eens samen. De mens als schepper zijn Schepper navolgend.
Onvermijdelijk roept deze typering beelden op:
De mens niet alleen als de fysieke veroveraar van zijn natuurlijke wereld, maar ook als de mens, die de natuur in gaandeweg steeds meer als het ware heeft gekoloniseerd en tot cultuur heeft gemaakt, met de ongeremde capaciteiten van zijn geest de natuurkrachten onderzoekt, deze leert kennen en bedwingen, op ingenieuze manier weet te gebruiken. De mens als steeds kundiger dokter, ingenieur, architect, natuurkundige. Wegen, bruggen, elektrische centrales, de skyline van Manhattan, ruimtevaartuigen op andere planeten. (en om de hoek kijkt de vervorming hiervan tot hybris, zelfoverschatting en overmoed)
Op het relationele vlak uit zich dit als volgt.
Adam de eerste is niet eenzaam, wel weet hij dat hij het alleen niet redt, alleen is hij hulpeloos, daarom is hij een sociaal wezen, hij werkt functioneel samen om de opdracht om de aarde te beheersen te volvoeren. De relatie van mens tot mens is die van collectieve actie, gericht op het bereiken van gezamenlijk succes.
De communicatie is open, gebruik makend van praktische termen. De gemeenschap is een utilitaristisch verband. Maar de diepte van een existentieel besef ontbreekt, waardoor zij niet werkelijk samen zijn.

Adam de tweede
Dit brengt ons op Adam de tweede.
De omschrijving van Soloveitchik is genuanceerd, diepzinnig en complex, ik hoop hem recht te doen. In tegenstelling tot de opperste waardigheid van de glorieuze veroveraar Adam de eerste, is de situatie van Adam de tweede die van opperste nederigheid.
Adam ontdekt de vraag naar wie hij ten diepste is in een intens gevoeld besef van contact met het grote mysterie van het zijn, het mysterium tremendum.
Tegelijk staat hij daarmee in een intense ontologische onzekerheid. In zijn zoeken naar zin in de onmetelijke kosmos en in de blik van de medemens ervaart hij zijn unieke en existentiële eenzaamheid; onontkoombaar moet hij tot erkenning komen van zijn behoefte aan verlossing. Dit is de lading van de uitspraak: ‘het is niet goed dat de mens alleen is' en de daarop volgende zoektocht naar een metgezel.
De oplossing, de verlossing, kan echter niet bereikt worden door zoals Adam de eerste ambitieus te werken, door inspanning en uiterlijk succes.
Het kan juist alleen door een nederlaag, een offer.
Wat is dit offer? De overgave, de terugtocht, gesymboliseerd in het verhaal doordat de Eeuwige Adam ‘overweldigde' met een diepe slaap. Toen pas vond Adam zijn metgezel. Toen pas was, zou je kunnen zeggen, werkelijk existentieel contact mogelijk geworden.
Dit is volgens Soloveitchik de kiem van werkelijke gemeenschap als geloofsgemeenschap. Waar de gemeenschap van Adam de eerste zuiver utilitair is en egotistisch, is de gemeenschap van Adam de tweede existentieel gekenmerkt door het offer; door overgave en het weggeven van een deel van zichzelf wordt werkelijke gezelschap gevonden.
De existentiële alleenheid van de mens kan niet worden opgeheven in de belangengemeenschap van Adam de eerste, er is een verschillend soort gemeenschap nodig, waarin mensen – boven het belang van productie uit - vanuit de erkenning van eenzaamheid en alleenheid, vanuit ‘de nederlaag', elkaar kunnen ontmoeten, met elkaar kunnen delen, in een alomvattende compassie.
In deze ontmoeting zijn er drie partijen, de man, de vrouw en de Ene; immers door Diens ingrijpen wordt de existentiële ontmoeting tussen Adam en de vrouw mogelijk gemaakt. Want in de Ene is alles geworteld en de verlossing gewaarborgd. Dat is de kern van het religieus geloof. Soloveitchik werkt dit verder uit voor het Jodendom, ik laat dit verder rusten.

Beiden Adams zijn door de Schepper gewild. Beide Adams zijn in de mens verenigd en onontkoombaar is hij geroepen beide Adams te verwezenlijken. De een wisselt de ander af; het is geen harmonische afwisseling, maar eerder een vaak conflictueus naast elkaar bestaan.
Het aspect van Adam de tweede komt tot uiting in de Abraham, Mozes, de profeten, Jezus, Boeddha, Mohammed, spirituele voormannen en –vrouwen.
Adam gaat uit in de wereld om hem te onderzoeken, te beheersen, cultureel te koloniseren, technisch en artistiek vorm te geven. Ook de Godsdienst als instituut is grotendeels een zaak van Adam de eerste, die hiermee zijn belangen dient. Adam de tweede is meer de mens die uit de wereld terug treedt in zijn diepste innerlijk om zich te luisterend over te geven aan de hoogste presentie.
We zouden als spirituele crisis kunnen definiëren: Adam de eerste is Adam de tweede gaan ontkennen of verdringen, is hem vergeten. In de op zich legitieme opdracht de wereld te onderzoeken, te beheersen en te onderwerpen heeft Adam de eerste zich verloren in een instrumentele en utilitaire preoccupatie/obsessie, hij is er door gefascineerd en geobsedeerd, hij is erdoor opgeslokt of heeft in de overmoed van zijn wetenschappelijke, technische en economische triomfen de weg naar zijn innerlijk gebarricadeerd of is hem kwijtgeraakt en zo heeft hij God uitgevlakt, weg-bewezen. Hoewel dit iets is van alle tijden is het in de laatste twee eeuwen endemisch te noemen.


deze pagina is het laatst gewijzigd op